In vroeger tijden waren officieren altijd jong, van adel, knap in het uniform voorzien van tressen en altijd bereid om in duel te gaan over een geliefde. Walsen konden ze allemaal en in gezelschap van de dame in kwestie klonk er uit het niets vioolmuziek. Tenminste, zo was het in de films. Tijd om het eigen beeld wat bij te stellen en dus togen we naar het Legermuseum in Delft.
Het aantal deelnemers was die dag op 19 februari jl. volgens verwachting weer aanzienlijk. Alvorens het museum te bezoeken hebben we een overweldigende uitgebreide warme/koude lunch gebruikt in het nieuwe Van der Valk Hotel te Nootdorp. De tevredenheid was van de gezichten af te lezen.
’s Middags vanaf 13.00 uur tot 15.30 uur waren we in het museum. Het is een historisch gebouw, bijna geheel omringt door water en met 5 kanonnen buiten opgesteld, moet voor buitenstaanders in het verleden afschrikwekkend zijn geweest.
Omdat de groep meer dan 60 mensen groot was werden we in groepen van 20 personen ingedeeld. Men kon een keus maken voor een rondleiding tussen: “De Tachtig jarige oorlog”, (een oorlog die niet echt tachtig jaar heeft geduurd want in de winter werd er niet gevochten, dat deed men alleen bij mooi weer), “de Tweede Wereldoorlog” en “Ver weg! Acties van het Nederlandse leger”.
Bij het drinken van de koffie/thee na afloop kwamen de verhalen los. Ieder had afhankelijk van de rondleider of wat hij zelf ervaren had, een speciaal verhaal te vertellen. Als zo vaak vond men ook nu weer de tijd te kort voor hetgeen er allemaal te zien was op de drie verdiepingen, maar ook in het winkeltje.
Ik zeg vaak “ga nog eens terug als je de tijd te kort vond”, dat is ook de bedoeling van de uitstapjes, welke eigenlijk altijd bestaan uit een social (de lunch) en een activiteit.