Op 21 september was het dan zover, want reeds in 2005 stond dit bezoek op de agenda. Echter, bij het definitief vastleggen van de datum werd ons medegedeeld dat het Marshall Museum ging verhuizen van Zwijndrecht naar Overloon.Het is er mooier op geworden.
We werden ontvangen met koffie en een punt vlaai, waarna we ieder op eigen gelegenheid, het museum in gingen. Iedereen was verbaasd over de grote collectie van 300 voertuigen, kanonnen, tankvoertuigen, aan het plafond opgehangen vliegtuigen en zeer bijzonder, nooit eerder gezien materieel.
Op een realistische manier opgesteld geeft het een indruk van hoe het is gegaan vanaf de landing in Normandië aan de bevrijding van Nederland. Teveel om allemaal op noemen. Bovendien moet het een verrassing zijn voor hen die er nog naar toe willen.
Voor het grootste voertuig maak ik een uitzondering; t.w. een enorm amfibievoertuig met wielen van 2.50 meter doorsnee en uitgerust met 4 dieselmotoren. Het voertuig werd gebruikt in Vietnam. Je moet het gezien hebben om er een echte indruk van te krijgen. Dit apparaat hoort bij de naam van de stichter van het museum, de Heer Groot, de oprichter van Groot. Int. te Zwijndrecht. Na zijn pensionering tot op heden (82 jaar) is alles door hemzelf verzameld.
Tussen de middag werd ons in het museumrestaurant een uitgebreide lunch geserveerd. Na het maken van de groepsfoto gingen sommigen weer terug en anderen gingen naar het aangrenzende gebouw van het Nationaal Oorlogs- en Verzetsmuseum.
Dat laatste is kleinschaliger met veel fotomateriaal en filmbeelden uit de tweede wereldoorlog. De wand met foto’s van uitgemergelde concentratiekamp-gevangenen maakte bij de bezoekers diepe indruk. De beelden gaven de omstandigheden toen schokkend weer. De zaal met vitrines met diverse kleinoden door gevangenen gemaakt, vesterkte dat gevoel nog eens.
Met dank aan de activiteitencommissie vertrokken we om 15.00 uur weer huiswaarts om de vliegbasis om 17.40 uur weer op te rijden. Ook deze dag was voor ons allen een zeer geslaagde dag.